Integratie op z’n
Belgisch.
Hoe de Belgische Turken ook zo hun
probleempjes hebben.
Ali, een kleine jongen van Turkse
komaf, zit op de basisschool en is echter de enige jongen van Turkse afkomst in
de hele klas.
Hij wordt dus best ook weleens geplaagd
en op een goede dag loopt hij naar zijn meester en zegt:
“Mijnheer, ik wil graag Belg worden.”
“Nou Ali,” zegt de meester. “Je bent nu
eenmaal Turk, dus ik denk niet dat dit zomaar een, twee, drie mogelijk is.
Maar als je nou voor Nederlands en
Rekenen minimaal eens een 9 haalt, dan ben jij voor mij een op en top echte
Belg.”
Wel, Ali, rekenen en taal leren alsof
de stukken eraf vlogen.
Hij deed zijn uiterste best.
En zowaar bij het eerst volgende
proefwerk haalt hij zowel voor taal als voor rekenen allebei een dikke vette 9.
“Nu ben ik een echte Belg hé meester?”
vraagt Ali.
“Ja, hoor,” zegt de meester.
“Voor mij ben jij nu op en top een
echte Belg.”
Vol trots loopt Ali naar huis en laat
het resultaat van zijn noeste studiewerk aan zijn ouders zien.
Zijn vader glimt van trots, maar hoort
zijn zoon tot zijn verbijstering zeggen:
“Papa, ik ben nu een echte Belg
geworden!”
Waarop de vader boos en geërgerd
antwoordt:
“Doe niet zo gek jongen, je bent een
Turk en geen Belg, hoe kom je er bij?”
Helemaal gedesillusioneerd loopt Ali
naar z’n moeder en zegt tegen zijn moeder:
“Ik ben nu een Belg vanaf vandaag af
aan!”
Het antwoord is simpel, een flinke
‘draai om de oren’ en ze zegt:
“Hou op met die nonsens, je bent een
Turk en daarmee basta!”
Woedend loopt Ali terug naar school,
gaat naar de meester en beklaagt zich:
“Ik ben nog geen 20 minuten Belg en heb
nou al grote ambras met twee Turken.
Silvia Videler.
November 2006