Bron: www.bndestem.nl

 

Lange Heinz, een goede Duitser in Oudenbosch

 

Door: Jan van Zuilen

 

 

OUDENBOSCH – “Waren er in de oorlog ook goede Duitsers?”

Alleen al het stellen van de vraag is een hachelijke zaak.

 

 

Laat staan hem bevestigend beantwoorden. Dan is verontwaardiging en hoon je deel. In Goirle kunnen ze er over meepraten. Daar ontstond een paar weken geleden een hoop ophef over een plan om een monumentje te plaatsen ter nagedachtenis aan een Duitse soldaat. Die redde twee kinderen van de dood, maar liet daarbij zelf het leven. Een beeldje hoeft er in Oudenbosch niet direct te komen, maar ook deze plaats kent zijn goede Duitser: lange Heinz. Zijn verhaal is al een keer eerder, zij het kort, beschreven in een van de historische boekwerkjes van Oudenbosschenaar Ben Suijkerbuijk. Het is nu, mede naar aanleiding van de ophef over de goede Duitser van Goirle, weer opgepakt door de Nijmeegse historicus Leo Salemink. Lange Heinz was een Wehrmacht-soldaat die aan het eind van de oorlog deserteerde en dat met de dood moest bekopen. Hij werd, zo ging dat op last van Hitler, door zijn eigen kameraden doodgeschoten. Voor Hitler gold maar één credo, zegt Salemink: “Aan het front KAN men sterven, als deserteur MOET men sterven.”

 

De executie van lange Heinz, bij het krieken van de dag, hield de gemoederen in Oudenbosch hevig bezig. “Het was lang het gesprek van de dag,” weet Suijkerbuijk. “Dat kwam vooral door de manier waarop het is gegaan. De Duitsers hebben hem een paar keer de kans gegeven om zijn besluit te herroepen. Een paar andere Duitsers die ook hadden willen deserteren, deden dat. Die zijn ook niet gefusilleerd, maar Heinz wilde van geen wijken weten. De avond voor zijn executie heeft hij in café Antwerpen nog een soort afscheidsfeest gegeven, waarop hij de kinderen trakteerde op chocolade en waarop vrolijk gedanst werd.” Salemink: “Ik heb gesproken met de zoon van de kastelein, de heer Van Aalst. Van hem hoorde ik dat zijn vader Heinz die avond nog had aangeboden om onder te duiken, maar ook dat weigerde hij.” Zelfs toen hij voor het vuurpeloton stond, is hem nog een keer gevraagd of hij zich niet wilde bedenken. Suijkerbuijk: “Hij heeft toen hard “nein” geroepen, daarna is het commando “vuur” gegeven. Dat heb ik gehoord van de weduwe van een man die toevallig in de buurt van de executieplaats was en door de struiken heen heeft gezien hoe Heinz werd doodgeschoten.” De executie vond plaats aan de Spoorlaan, ongeveer tegenover de bakkerij van Buys Negerzoenen. Hij is ter plekke begraven, in een graf dat speciaal voor de executie was gegraven. Zijn kameraden namen nog wel de moeite om een kruis op zijn graf te zetten met zijn naam: Heinz Wilhelm. Of Wilhelm zijn tweede voornaam was of zijn achternaam is niet bekend. Er is überhaupt heel weinig bekend over lange Heinz, behalve dan verhalen die Ben Suijkerbuijk als kind - Suijkerbuijk (74) was toen een jongen van een jaar of tien - hoorde vertellen. “Hij was lang, vandaar zijn naam natuurlijk en een jaar of dertig oud, maar of hij getrouwd was en kinderen had, weet ik niet. Hij heeft ook maar kort in Oudenbosch gezeten. Daarvoor had hij in Zeeland gelegen. Hij was hier ingekwartierd in een school, niet bij mensen thuis.”

 

Leo Salemink heeft via archiefonderzoek geprobeerd meer over lange Heinz aan de weet te komen, maar dat is hem tot op heden niet gelukt. “Het is ook niet eens zeker of er wel iets over hem te vinden is. Aan zo'n executie wegens desertie hoorde wel een veroordeling door een krijgsraad vooraf te gaan. En misschien is dat hier ook wel gebeurd, maar het kan heel goed zijn dat daar niets van op papier is gezet. Het was in het najaar van 1944 toen de geallieerden al bijna op de stoep stonden. De Duitse troepen verkeerden toen in hevige chaos.” Tastbare herinneringen aan lange Heinz zijn er niet meer. Zijn graf is al lang geleden geruimd. De plek waar hij lag, is verdwenen onder een geluidswal. Wat Salemink wel weet, is dat lange Heinz niet de enige Duitser was die wegens desertie is gefusilleerd. In totaal zijn er zo'n 22.000 doodvonnissen wegen “Fahnenflucht” (desertie) of “zwakte in het zicht van de vijand” uitgesproken. Daarvan zijn er zeker 15.000 ook echt voltrokken, via executie door een vuurpeloton, maar ook door ophanging en onthoofding. Salemink heeft zich ook in de motieven van de deserteurs verdiept. In het begin van de oorlog waren dat vaak politieke motieven, naarmate de oorlog op zijn eind liep was het vaker een kwestie van opportunisme, ingegeven door angst, wanhoop of heimwee naar huis. “Hoeveel Duitsers zullen aan het eind van de oorlog niet bericht hebben gekregen dat hun familie in Duitsland gedood was bij bombardementen van Duitse steden door de geallieerden?”

 

Naar lange Heinz’ motieven kan Salemink alleen maar gissen. “Duidelijk is wel dat hij zeer overtuigd was van zijn besluit. Als je oog in oog staat met het vuurpeloton en je zegt dan nog glashard “nein” als je de kans krijgt om je hachje te redden, mag je aannemen dat het een bewuste keuze was.” De vraag is of je zo iemand een goede Duitser mag noemen. Salemink vindt van wel. “Er was in ieder geval heel veel moed voor nodig. Wie deserteerde, wist donders goed welk lot hem boven het hoofd hing. Bovendien was desertie een schending van de trouw en pleegde je verraad aan je kameraden.” Ook Suijkerbuijk durft lange Heinz gerust een goede Duitser te noemen. “Hij had de moed om de dood te verkiezen, boven blijven meedoen aan de misdaden van de nazi's.” Er zou wat Salemink betreft eigenlijk wel wat meer aandacht mogen zijn voor dit aspect van de oorlog. “Verhalen als die van lange Heinz en de goede Duitser van Goirle zijn er vast veel meer. Zoveel jaar na de oorlog mogen die best verteld worden.”

 

 

Zie ook:

 

Oudenbosch in beeld

 

 

Dit artikel kunt u ook lezen op de website van: www.webscene.nl (blogs)

 

28 november 2008

 

Home