Siberië

 

 

Elk normaal mens denkt als men over Siberië spreekt: aan koude, aan toendra’s en aan de Goelag Archipel met werkkampen en hele barre omstandigheden. Maar dat óók het tegendeel waar kan zijn, daarvan probeer ik u te overtuigen in dit volgende verhaal. Eigenlijk een gewoon vakantieverhaal (2004), zij het dat we iemand aldaar ontmoet hebben die ik kende uit vroeger tijden. Met buren hadden we al dikwijls gesproken over Oost-Europa, zowel hij was er veel geweest en zij was uit Polen afkomstig. Zij was indertijd afgestudeerd aan een universiteit in Polen als arts en was naar Nederland gekomen om samen met hem hier een nieuw leven op te bouwen. Zodoende en na vele avonden gezellig kletsen en overleggen, ontstond het idee om eens wat verder te gaan kijken in Rusland en dan zeker verder te gaan dan de geijkte toeristische toppers. Want bij de meeste bezoekers houdt het op bij Moskou en Sint-Petersburg. Kijk eens op de kaart, Rusland met Siberië beslaat bijna een vijfde deel van de wereld en het grootste gedeelte daarvan is Siberië met amper 50 miljoen inwoners, die dan nog bijna allemaal met een ‘kluitje’ op elkaar in pak weg zo’n 10 grote steden wonen. De rest in kleine dorpjes en hier en daar nog wat inlanders zoals de Yakoeten en dergelijke.

 

Georganiseerde reizen, waar we trouwens met z’n allen ‘een broertje dood’ aan hadden en hebben, gaan ook nimmer verder dan de Trans-Siberische-Spoorweg naar Mongolië en Peking en maken hooguit een korte stop van een dag of twee in Irkutsk en het Baikalmeer en: ‘that’s it!’ Wij zijn bijna 2 weken daar gebleven rond dat Baikalmeer en hebben compleet ongerepte dorpjes bezocht die je enkel en alleen per boot kunt bereiken en waar de tijd echt stil heeft gestaan en nog staat!

 

 

 

Blasiuskathedraal

 

 

We hadden een vlucht geboekt met de Aeroflot naar Moskou en ik had op/naast het Rode Plein, Hotel Rossiya geboekt voor 4 nachten, want we wilden Moskou ook op eigen gelegenheid eens goed bekijken. Die vlucht, als je het een beetje uitkient, kun je al boeken voor pakweg  € 400,- retour inclusief alle toeslagen die de reiswereld zoal verzonnen heeft. Iets waarover ik me altijd vreselijk kan ergeren. Want tel het maar eens op: boekingskosten, administratiekosten, brandstoftoeslag, beveiligingstoeslag, reserveringskosten, luchthavenbelasting, toeristenbelasting en God mag weten welke taksen en kosten nog meer. Hotel Rossiya, bij mijn weten hét grootste hotel van Moskou, ligt net bezijden het Rode Plein en als je geluk hebt met de kamer, kijk je op de bekende Blasiuskathedraal die de zuidzijde van het Rode Plein beheerst. Van buiten erg groots maar van binnen, nu een museum, heel klein en bedompt, met heel veel vertrekken en hokjes en geenszins een kathedraal zoals wij die kennen.

 

Voor mij was het een openbaring, ik was al jaren en jaren niet meer in Moskou geweest en de stad was onherkenbaar veranderd. Niet alleen dat vele straatnamen waren gewijzigd, maar ook had de stad een complete metamorfose ondergaan. Vroeger in de communistische tijd was Moskou een weliswaar erg grote stad, maar afgezien van het Kremlin en omgeving erg grauw, net als eigenlijk alle Oost-Europese steden. ‘Onderhoud’ was in de communistische tijd schijnbaar een heel vies woord. Want waar je ook kwam, de grauwheid staarde je overal tegemoet. Verveloosheid alom en ‘eenheidsworst’ was het wat de klok sloeg. Maar het hedendaagse Moskou hoeft geenszins meer onder te doen voor steden als Parijs, Londen, Madrid of Chicago. Het is nu een bruisende kosmopolitische stad met legio winkelmogelijkheden en het uitgaansleven, ach, voor elk wat wils, letterlijk en figuurlijk! We hadden via via een chauffeur geregeld die ons niet alleen van en naar het hotel reed, maar ons ook meenam naar de mooie plekjes van Moskou, waar normaliter een toerist zelden of nooit komt. Joeri, de chauffeur, was vroeger KGB-chauffeur geweest en kende de stad op zijn duimpje. Door middel van een particulier bureautje waar hij bij aangesloten was, probeerde hij zo door middel van toeristen rond te rijden, zijn pensioentje wat aan te vullen. Zo een dergelijk figuur is eigenlijk onontbeerlijk als je een soortgelijke stad eens goed wilt bekijken en wat achtergronden aan de weet wilt komen.

 

Natuurlijk is een bezoek aan het Kremlin een ‘must.’ Ook de prachtige kathedralen in het Kremlincomplex, de musea, de tuinen en de architectuur zijn werkelijk een sprookje. Ook aan het immense grote Rode Plein tegenover het Kremlin ligt het mega-grote, nu geheel gerestaureerde warenhuiscomplex de GUM. Met honderden winkels en de grootste wereldmerken zijn er nu vertegenwoordigd. Overigens met prijzen die voor ons althans wel meevielen, maar eerlijk is eerlijk, menige Rus is ook aan deze redelijke prijzen nog lange bij aan niet toe. Toch is de algehele indruk, economisch gesproken, dat ze er aardig bovenop komen. Na de ‘omwenteling,’ toen er werkelijk honger werd geleden en de hele economie in elkaar was gestort, is men nu toch aardig op weg om er een redelijke gezonde zaak van te maken. De laatste jaren is de Russische Roebel dan ook vrij stabiel en begint langzaam maar zeker een harde munteenheid te worden.

 

 

 

Moskwa-Rivier – Moskou

 

 

We hebben in Moskou winkelcentra bezocht, boven en onder de grond die hun vergelijk zeker en wel kunnen doorstaan met grote Amerikaanse shopping malls. De drukte was er zeker niet minder om en de sfeer was eigenlijk idem dito! Maar gelukkig kende ik Moskou ook nog van vroeger en ik wist van die tijd dat over de Moskwa-Rivier, ongeveer een kilometer lopen naar het zuiden, er een wijk was van ook toen al erg veel vertier. Cafés, restaurants, bars enzovoorts en ja hoor, het was er nog, maar geen toerist was daar nog te bekennen. Gelukkig sprak onze Poolse buurvrouw redelijk vloeiend Russisch, want mijn paar woorden zijn dan echt onvoldoende en zodoende konden we genieten van gigantische maaltijden en zeer zeker vergelijkbaar qua kwaliteit met het westen, voor dikwijls nog geen 10 euro per persoon inclusief drank. Als ik drank zeg, dan bedoel ik het dan ook op z’n Russisch en die kennen geen kleine glaasjes en ‘n drankje niet accepteren staat gelijk aan een diepe belediging en wie is er nou op uit om mensen te beledigen? Zeker niet op vakantie! Onze Joeri heeft onder andere ons ook kennis laten maken met het park van de (oude) Sovjetstaten. Een gigantisch groots aangelegd park in het noorden van de stad, waar elke vroegere Sovjetrepubliek zijn eigen paviljoen had. Nu omgetoverd tot megawinkelcentrum en toch nog een beetje cultuur met vele musea, restaurants en leuke zitjes alom. We hebben daar bijna een hele dag doorgebracht zonder ons ook maar één moment te vervelen.

 

Zo is het ook een aanrader om naar een van de gigantische markten te gaan, ja elke keer dat woord, maar ik kan er niets anders van maken. Alles is groot en groots in deze stad met meer dan 10 miljoen inwoners. Handelaars en scharrelaars uit alle uithoeken van dat immense land bieden daar hun waren aan. Ik kocht er een lederen korte jas voor nog geen 2000 roebel (33 roebel per euro) en dan nóg ben ik er zeker van dat ik de ‘buitenlanderprijs’ betaald heb! Overigens vlak bij ons hotel was in een der zijstraten een leuk gezellig bruin café, genaamd: Café Amsterdam met Heinekenbier en voor de echte liefhebber, wel, die kon ook Grolsch drinken en naar de Nederlandse televisie kijken (satelliet). Kun je je dat voorstellen in hartje Moskou? Maar de tijd was aangebroken om naar het eigenlijke doel van onze reis te gaan en wel naar het grootste zoetwatermeer ter wereld. Wat overigens zó helder is dan je geneigd bent er uit te drinken. Joeri bracht ons, zoals afgesproken, in de vroege avond naar een der vele stations van Moskou, waar de trein rond acht uur zou vertrekken met bestemming Irkutsk. Een treinreis van 4 nachten en bijna 4 dagen!

 

In allerlei folders en boekjes hadden we gelezen dat we goed voor onszelf moesten zorgen qua proviand, omdat de service in de Russische treinen toch echt wel te wensen zou overlaten. Nota bene in recente reisgidsen die dergelijke reizen aanboden en dat voor overigens een prijs, dubbel tot driedubbel, die wij ervoor betaald hebben. Wij hebben gewoon, zonder lange rijen wachtenden voor u, zoals de reisgidsen ‘kwaadaardig’ de mensen misleidend vertellen simpelweg de kaartjes gekocht aan het loket, net als hier en ‘klaar was Kees.’ Dus eventjes enkele honderden Euro’s verdiend. Onze twee ‘provodniks,’ treinstewards, of stewardessen hadden zich van een goede kant laten zien en we kwamen terecht in onze 2e klas coupé (er zijn 3 klassen) en we zijn niets, maar dan ook niets tekort gekomen. De tijden in de trein werden digitaal aangegeven. Maar alles was Moskoutijd en dat gaf dikwijls verwarring. De restauratie bood onder andere een heerlijke schotel biefstuk Stroganoff (voor wel 3 hele euro’s!) en die heb ik dan ook drie keer verorberd, klasse! De wijnen, met name de Georgische wijnen die men verkocht voor eveneens 3 hele euro’s de literfles waren echt van ongekende kwaliteit en de champagne, tja, dat was wel bijna 5 euro maar die was dan ook echt excellent te noemen. Daar zaten wij dan met onze instantzakjes soep, macaroni, koeken, marsen en ik weet allemaal niet wat voor spul meer. “Weggeven” zult u zeggen! Aan wie? Die arme Russen in de 3e klasse? “Ha ha,” als je daar je gezicht liet zien werd je gelijk uitgenodigd om aan hun meegebrachte maaltijden deel te nemen. ‘Vet, Vol en Veel.’ Da’s een andere afkorting voor VVV nietwaar?! Mager en light zijn begrippen die daar nog verschrikkelijk onbekend zijn en als je het de Russen probeert duidelijk te maken, dan krijg je de meest ‘vieze snuiten’ te zien van afgrijzen. Maar ja, wat wil je na 70 jaar communistische ontberingen? Overigens treinen rijden dáár wel op tijd! Volgens de dienstregeling en op de minuut kwamen we 84 uur en 13 minuten later aan in Irkutsk. In een centraal station waar we hier wellicht een schouwburg van zouden maken en dat in het hartje van Siberië! Zullen we die jongens van de NS daar een ‘ns een tijdje naar school sturen? en dan ook onder een onbarmhartige zon? Welkom in Siberië! Ik kreeg gelijk dorst!

 

 

 

Station Irkutsk

 

 

Heel vreemd is de gewaarwording, dat als je je in Irkutsk bevindt, dat het echt het geografische hart is van Azië, doch dat ervaar je absoluut niet zo. Kijk maar op de kaart. Van Irkutsk naar het Z.O., richting Indonesië, is ongeveer even ver als naar het N.W., bij bijvoorbeeld Nova Zembla. Ook de Noordpool is even ver verwijderd van Irkutsk als bijvoorbeeld Zuid-India. Toch is het een echte Europese stad met voornamelijk Europees uitziende mensen. Dát is een heel vreemde gewaarwording. Irkutsk is een ‘juweel’ van oude Siberische architectuur gelegen aan de Angara-Rivier. Gesticht in 1651 en is meer dan een bezoek waard. Ze noemen het niet voor niets het Parijs van Siberië. We logeerden bij particulieren aan een der hoofdstraten en ook daar was het beeld van het wagenpark, net als in Moskou, zo geheel anders dan ik vroeger gewend was. De Lada’s, de Volga’s, de Z.A.Z’s of Scaldia’s, ze waren echt helemaal in de minderheid. Zoals in Moskou het straatbeeld bepaald werd door Mercedessen en BMW’s, zo was het in Siberië door Honda’s, Toyota’s, Kia’s en Mazda’s. De Japanse en Koreaanse markt had het qua auto’s hier echt voor het zeggen. Echter in de dorpen was de Lada nog steeds favoriet, maar gezien de toestand van de wegen daar, is er mijns inziens ook geen ander autotype die tegen dergelijke wegen zijn opgewassen. Je kunt zeggen wat je zeggen wilt van een Lada, maar je kunt er mee ploegen en crossen.

 

Na enkele dagen van de stad en de niet te versmaden Chinese markt aldaar genoten te hebben, zijn we een ruime 80-tal kilometers verder ‘getuft’ met een taxi voor omgerekend 20 euro. Met vier personen, inclusief fooi, want dát begrip hebben ze per direct overgenomen van het westen, gingen we naar Listvyanka. Een dorp van amper 3000 inwoners, toch een der grootste nederzettingen aan het meest pure en meest ongerepte stukje natuur in de wereld: het Baikalmeer, ruim 636 km lang en slechts 60 km breed. Op de kleine nederzettingen aan de kust na, nog net zo als duizenden jaren geleden. Je verwacht in wezen elk moment een dinosaurus of ander voorhistorisch beest tegen te komen, zo puur! Nog volkomen vrij van massatoerisme, alhoewel er nu al wat kleine hotelletjes en pensions verrijzen aan de zuidzijde. Maar alles is nog in een pril stadium en dat heeft ook z’n voordelen.

 

 

 

Baikalmeer

 

 

Ondanks de dagtemperatuur van soms 35 graden was het nog niet mogelijk echt te zwemmen. Het meer is meestal in de winter vrijwel dichtgevroren en daar wij er waren in mei/juni was het nog een beetje te koud. Dat dichtvriezen was in vroeger jaren overigens ‘van dik hout zaagt men planken.’ Vrachtwagens konden er overheen rijden! Echter de laatste jaren mag men blij zijn als het noordelijkste gedeelte een beetje dicht ligt. Over opwarming der aarde gesproken en klimaatsverandering! Via een kennis van mij kwam ik aan een adres van een oud-militair die, toen amper 50 jaar, al pensioen had en samen met zijn vrouw en zijn broer daar ook een hotelletje begonnen was. Een soort van Amerikaans motel met eigen apart gelegen kamers. Alles, werkelijk alles was van hout. Een balkon voor de kamer met uitzicht op het meer, een ‘plaatje!’ In de tuin was een soort prieel gemaakt waar we nog een leuke avond feest gevierd hebben en menige fles aan een ‘goede inspectie’ hebben onderworpen. Mijn God, wat kunnen die Russen zuipen, sorry voor het woord, maar een andere omschrijving kan ik er niet voor vinden.

 

Helemaal apart was de dag, nou één dag, bijna 24 uur, toen we met de auto een bezoek brachten aan een andere stad namelijk: Ulan-Ude, letterlijk: de eerstvolgende stad na Irkutsk, tevens de hoofdstad van een andere provincie/deelstaat: Buryat. Een tocht van 600 km over Siberische wegen. Dat is dus 8 uur hard rijden en afzien! Kuilen en gaten ontwijken, maar van overig verkeer hoegenaamd geen last! Politie trouwens ook niet, want die hebben niet alleen enorm aan gezag ingeboet, ze worden zelfs gehoond maar ook genegeerd. Ik zag bijvoorbeeld een jongeman met een brommertje rijden daar waar het duidelijk niet mocht en een ‘platte pet,’ politieagent, wilde er wat van zeggen. Het antwoord van de jongeman was zijn middelvinger in de hoogte. Nou dat was vroeger ook goed voor een ‘enkeltje’ Siberië, maar ja, hij was er al en de agent in kwestie dacht wellicht ook al aan de goede tijden (voor hem) en liet het er maar bij zitten.

 

 

 

Kop van Lenin

 

 

Het was de eerste plaats van enige betekenis na Irkutsk met bijna 400.000 inwoners, maar een totaal andere wereld. Niks geen Europeanen meer, de bevolking hier bestond merendeels uit  Mongoloïde types. De stad was nog grotendeels zoals die was ten tijde van Stalin. Zijn sfeer was er zelfs nog aanwezig. Een enorme grote kop als een soort van buste (standbeeld), maar dan van Lenin, sierde en siert nog steeds het centrale plein. Veel der inwoners zijn Boeddhist terwijl in de rest van Siberië het oosters-orthodoxe geloof de meerderheid van de bevolking domineert. Het waren ‘slechts’ 600 km, maar het was een andere wereld. Even buiten de stad, een groot Boeddhistisch tempelcomplex waar ik niet erg vrolijk van werd. Er waren nog meer offerblokken en mogelijkheden om van je geld af te komen dan in de meest extravagante Rooms-katholieke bedevaartplaatsen. Zouden die jongens dat van elkaar afgekeken hebben?

 

Bij de zogenaamde grens van deze deelstaat of provincie was trouwens een typisch fenomeen te aanschouwen. Reizigers maakten daar een stop, zonder koffietent of wat maar ook, zomaar in de ‘middle of nowhere’ en dan werd er óók door de plaatselijke orthodoxe mensen een zogenaamde zegen gevraagd voor de reis door dit gebied. Tevens strooide men dan met ruime en gulle hand muntjes tot een maximale waarde van ongeveer 1 of 2 roebel zomaar op de weg. Wie dit geld opraapte is me nimmer duidelijk geworden, maar als je goed zou zoeken kon je er mijns inziens een dagloontje aan overhouden. In geen velden of wegen was er ook maar een klooster of onderkomen te vinden. Het is me nog steeds een raadsel. Dat de goden dat zouden oppikken, zoals me verteld werd, tja, ik ben wel gelovig maar niet goedgelovig!

 

De terugreis ging overigens niet per trein, dat hadden we intussen wel gehad, maar gewoon een reisbureautje binnenstappen en een ticketje kopen van Irkutsk naar Moskou, zo simpel is dat. Voor pakweg 100 euro (all in) vlieg je met een lokale luchtvaartmaatschappij in een oude Toepolev, die met ‘touwtjes en schroefjes’ aan elkaar gehouden wordt weer terug naar een der vijf grote vliegvelden van Moskou, die qua faciliteiten amper onderdoen voor Schiphol!

 

 

 

Toepolev Irkutsk

 

 

In Moskou aangekomen, vliegveld Domodedovo aan de zuidkant, belden we Joeri die ons kwam ophalen en ons naar het allernoordelijkste puntje van Moskou bracht, want wij vlogen weer terug naar Amsterdam vanaf Moskou-Sheremetyevo-1. Dat gaf ons dé gelegenheid Moskou van uiterst zuid naar uiterst noord ook nog eens goed te bekijken. De buitenwijken waren soms prachtig afgewisseld met de nog bestaande stalinistische hoogbouw. Overigens voor hen die ook eens in Rusland willen ‘rondneuzen.’ De Rus is een ‘apart wezen.’ Grof en stug maar ook lief en sentimenteel. De Moskoviet is nog stugger en moeilijker toegankelijk, goede uitzonderingen altijd daargelaten, maar de Russen buiten Moskou zijn de vriendelijkheid zelve en dikwijls warm en zeer gastvrij. Echter hun gebrek aan het spreken van andere talen is soms storend en als ze dan al te kennen geven Duits of Engels te spreken dan blijkt het veelal maar heel primair te zijn.

 

Ronduit vermakelijk was de controle bij de terugreis op het vliegveld. Afgezien van een stempeltje in ons visum/paspoort was er geen enkele controle. Alle flessen die we meegenomen hadden waren een aanblik van de douane schijnbaar niet waard. Eenmaal terug op Schiphol, we waren een der laatsten die uit het vliegtuig kwamen, hadden ook de Nederlandse marechaussee en douane geen greintje belangstelling voor een stelletje avonturiers die in Rusland op vakantie waren geweest. Maar avontuurlijk of niet. Rusland heeft een bijzondere kracht in zich. Namelijk heimweegevoelens op te roepen als je er eenmaal bent geweest. Het doet gewoon iets met je en dat gevoel kun je dan ook alleen maar delen, soms zonder veel woorden, met hen die ook in dat verre, mysterieuze Rusland hebben ‘rondgebanjerd.’

 

 

Silvia Videler.

 

September 2006

 

Home