Roemenië

 

 

Dorpsbeeld in Roemenië

 

 

Roemenië is een land dat ik nimmer bezocht heb tijdens de communistische dictatuur. Destijds voerde dit land een aparte koers en liep niet aan de ‘leiband’ van de ‘grote jongens’ uit Moskou. De toenmalige dictator Ceausescu hield er samen met zijn vrouw, die meer macht had dan alle toenmalige ministers samen, er een heel eigen maar bovenal wreed regiem op na. De allesomvattende partij die werd gecontroleerd door deze ‘familie-BV’ én die ‘BV’ maakte de echte dienst uit. Staatscontrole is en was een nare eigenheid van elk communistisch land. Echter in Roemenië was er ook nog sprake van een overal aanwezige geheime dienst. Deze was bekend onder de naam: Securitate. Deze dienst legde direct verantwoording af aan de familie Ceausescu. Wellicht dat deze geheime dienst een nog scherpere greep had op de bevolking dan de voormalige Oost-Duitse Stasi. Om ook maar een beetje goed idee te krijgen van deze ‘in en in’ wrede en tot op het ‘bot’ corrupte organisatie, raad ik u aan om eens een kijkje te gaan nemen in de inmiddels tot museum verbouwde gevangenis van Sighetu Marmatiel. Een stadje tegen de grens van de Oekraïne gelegen in het uiterste noorden van het land. De gruwelheden en martelmogelijkheden die u daar te zien krijgt gaat elk voorstellingsvermogen te boven. De voormalige inquisitie had zich er beslist thuis gevoeld en had zich bovendien gerealiseerd daar nog veel te kunnen leren. Let wel, dat was Europa in de 2e helft van de 20e eeuw! Dat deze misdadigers amper bestraft zijn is een groot wonder. Want vrijwel direct na de liquidatie van het echtpaar Ceausescu was er een ware volksverhuizing gaande in Roemenië. Niemand is haast meer in staat om de oude Securitateleden aan te wijzen.

 

Gelukkig is die voormalige regering ten val gebracht. Men was namelijk bezig het platteland geheel te hervormen. De oorspronkelijke bedoeling was alle boeren per streek bijeen te laten wonen in een aantal flats. Flats die in sommige plaatsen dan ook al daadwerkelijk gebouwd waren. Om zodoende de grond die vrijkwam, doordat mensen van hun boerderij werden verdreven, er dan grote en onafzienbare velden bouwland van te maken. Een absurd idee, dat betekende ook dat de boeren geen kans meer hadden om een klein stukje grond nog voor zichzelf te behouden. Daarop werden in die tijd de broodnodige aardappelen, groenten en andere zaken verbouwd voor eigen behoefte en eventueel voor hun familie elders. Mede door deze opbrengst van die kleine stukjes particuliere grond konden de Roemenen het nog enigszins redden. Dat laatste stukje eigendom en respect wilde Ceausescu en consorten ook nog van het volk afnemen. Dit terwijl overal in het hele land prachtige landhuizen en kastelen te zijner ere en die van zijn zeer kwaadaardige echtgenote ter vervoeging stonden. Of die werden gebruikt om de hun welgevallige ‘kliek’ tijdelijk in te huisvesten. Het meest groteske voorbeeld is nog steeds te vinden in de hoofdstad Boekarest, het presidentiële paleis, wat deze dictator daar heeft laten bouwen. Het tweede grootste bakstenen gebouw ter wereld nota bene. Dat ging ten koste van hele stukken stad waar duizenden mensen woonden en die werden zonder pardon en zonder vervangende woonruimte zomaar op straat gezet. De aan grootheidswaanzin lijdende dictator had een nieuw paleis nodig. Zijn aan whisky verslaafde vrouw steunde haar man hierin van harte. Het zou te ver voeren u de volledige geschiedenis van dit regiem hier weer te geven. Maar het was enerzijds erg barbaars en anderzijds verfijnd geniepig, laat ik u dat verzekeren. Zeker na de vele persoonlijke verhalen aangehoord te hebben van de slachtoffers.

 

We zullen maar stellen dat het net op tijd was dat ook in Roemenië de strijd en roep om vrijheid werd gehoord. Nu staat het land na ruim 16 jaren van ingrijpende economische hervormingen op de drempel om lid te worden van de EU. Dat zij hier nog geheel niet klaar voor zijn, dat is mijn persoonlijke visie, maar dat ik de mensen in dit mooie land wat meer welvaart en geluk van harte toewens is ook een feit. Of dat EU-lidmaatschap nou direct dé oplossing is waag ik te betwijfelen.

 

 

 

Presidentieel Paleis

 

 

Het hedendaagse Roemenië ziet er overigens wel anders uit dan in het begin van de vorige eeuw. Een groot deel van Roemenië behoorde toen toe aan het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. Met name het gebied Zevenbergen tot en met de grote stad Brasov toe. Toen nog Kronstadt geheten. Brasov ligt trouwens tegen de bergen aan en is een wintersportplaats. Nu een stad met een schitterend hersteld centrum en de zwarte domkerk is ronduit uniek te noemen. In de tijd van het communisme zijn zogoed als alle Duitstaligen min of meer ‘verkocht’ aan West-Duitsland en je vindt er amper nog mensen die van origine Duitse en/of Oostenrijkse oorsprong zijn. Dit in tegenstelling tot een hele voorname minderheid van het huidige Roemenië: het Székely-volk (7%). Een Hongaarssprekende minderheid die centraal in het land woont en zelfs twee hele provincies ter beschikking heeft. In de streken, die overwegend door deze minderheid wordt bewoond, is dan ook alles in tweetalige opschriften, behalve in de winkels. Daar is het eentalig en dus: Hongaars. Deze groep heeft nu ook enkele zetels in het tegenwoordig weer democratische parlement en geniet nu ook weer de nodige voordelen wat betreft het recht ten aanzien van de taal. Ook de tegen de Hongaarse grens gelegen (lelijke) stad Oradea wonen een groot aantal Hongaarssprekende Roemenen.

 

 

 

 

Oud-Koninklijk Paleis

 

 

Een andere minderheid, maar met veel minder faciliteiten zijn de zigeuners. Volgens de officiële cijfers maken zij slechts 3% van de bevolking uit, maar een paar rondritten door het land doen je toch wel enigszins twijfelen aan dit cijfer. Een Roemeense kennis van me had eens tijdens een grote rondrit vergeten mij de sleutel van de auto terug te geven. Hij chauffeerde en moest ergens in een stad wat kopen en wij bleven achter in mijn auto wachten op zijn terugkomst. Helaas waren de ramen die men elektrisch moest bedienen wagenwijd open en zonder contactsleutel kon je die niet meer dichtdoen. Ondertussen werden wij belaagd door een groepje zigeunerkinderen en voelden ons aardig onveilig. Want het feit dat wij weigerden om geld te geven werd beantwoord door een paar ferme trappen tegen mijn auto. Ze werden zelfs zo agressief dat wij vreesden voor lichamelijk geweld en onze kennis annex chauffeur kwam maar niet terug! Best een angstig momentje. Maar dat was gedurende mijn meerdere reizen door heel Roemenië heen dan ook mijn enige angstige moment.

 

Van de politie wordt of werd gezegd dat ze erg corrupt waren. Misschien is dat ook zo, maar na duizenden kilometers kris kras door Roemenië gereden te hebben, heb ik er totaal niets van gemerkt. Zelfs de snelheidscontroles die inmiddels ook daar zeer geliefd zijn, worden toch wat ruimer en soepeler gemeten dan in Nederland. Wie aan Roemenië denkt zal zich beslist het verhaal van Dracula voor het ‘geestesoog’ kunnen halen. Een compleet verkeerd beeld van de 19e eeuwse Britse schrijver Bram Stoker, die daar in de bergen van Transsylvanië het lugubere verhaal neerzette van een vampier. Het kasteel waar dit alles zich zou hebben afgespeeld, wordt nu graag gebruikt (uitgebuit) om goedgelovige toeristen in een schitterend middeleeuws decor te laten genieten, van deze fantasierijke voorstelling van zaken.

 

 

 

Kasteel van Dracula in Bran

 

 

De werkelijkheid lag echter een stuk anders. Dracula heeft nimmer bestaan, wel was er een vorst genaamd Vlad de Derde, alias de spietser, geboren in Sighisoara in 1431. Naar mijn ervaring het meest sprookjesachtige stadje van Europa. In één woord schitterend. Maar terug naar Vlad de Derde: Tepes, zoon van Vlad de Tweede, die hém, zijn zoon, in Turkse gevangenschap terecht liet komen. Daar leerde hij dat een mensenleven weinig tot niets voorstelde en kon hij zich bekwamen in de meeste absurde en wrede martelingen die maar denkbaar waren. Ik heb ze al eerder aangehaald, die jongens van de inquisitie, maar dat was kinderspel bij wat die Turken presteerden. Vlad de Derde leerde in Turkije het spietsen als een vorm van executie. Maar wel zo, dat de slachtoffers nét niet geraakt werden in de vitale delen en dus uren en uren en soms dagen moesten lijden, alvorens de dood intrad. Ook het ‘levend villen’ was een methode die de Turken van die tijd graag praktiseerden, alsmede ledematen afhakken en spijkers in de hoofden van slachtoffers slaan. Scalperen was echt geen indianenuitvinding alleen. Die Turken beheersten deze vorm van ultiem sadisme evenzo goed en helemaal gruwelijk was het dan om de slachtoffers daarna levend te koken. Maar nu genoeg gruwelijkheden. Dat alles was in ieder geval Vlad de Derde zijn leerschool en dit tijdens zijn noodgedwongen verblijf in Turkije. Hij leerde daar de Turken haten en nadat hij kans zag zich onder de gevangenschap uit te werken, besteeg hij na zijn vaders dood de troon van Wallachië. Een gebied wat nu Zuid-Roemenië is. Echter toen zaten de Hongaren hem achterna en hij vluchtte naar Transsylvanië en verbleef daar 7 jaren in ballingschap. In 1456 echter besteeg hij opnieuw de troon en ging zich toen wreken op de Turken die alom de toenmalige Balkan probeerden te koloniseren. In 1461 liet hij een 20.000-tal Turken spietsen op staken om zo een aankomend Turks bezettingsleger af te schrikken en dat is hem gelukt ook. Dit figuur, deze Vlad Tepes de Derde, stond dus model voor de fantasieën van de schrijver van het Draculaverhaal (‘Drac’ betekent trouwens draak in het Roemeens en wordt ook gebruikt voor het woord duivel).

 

De natuur in het gebied waar het kasteel van Dracula staat, in de plaats Bran, ietsje ten zuiden van de grote stad Brasov, is echt overweldigend. Totaal anders dan de Alpen en werkelijk een trip door deze contreien vergeet u niet gauw. De prijzen voor overnachtingen en maaltijden die hier boven het landelijke gemiddelde uitstijgen op die in de hoofdstad na, zijn amper een derde van wat men in Nederland pleegt te moeten betalen in de horeca. Zoals overal in Roemenië is de bediening misschien niet al te vakkundig, maar de vriendelijkheid en de spontaniteit van de bevolking maakt alles meer dan ‘dubbel en dwars’ goed. Het moet mij wel van het hart dat juist in de Hongaars sprekende gebieden de houding van de bevolking vrij stug te noemen is en zeer zeker niet spontaan.

 

 

 

Primaria – Craiova

 

 

Roemenië is bezaaid met een stedenschoon die zijn weerga niet kent. U kent nog wel de oude plaatjes uit sprookjesboeken, hoe een stadje of kasteel eruit zag. Wel, dat beeld komt weer tot leven als u in Roemenië rondrijdt. Steden als: Sibiu, Brasov, Craiova, Sighisoara, Baja Mare, Cluj-Napoca en zeker niet te vergeten Iasi aan de Moldavische grens zijn ronduit ‘juweeltjes.’ Maar… alleen de binnensteden. De buitenwijken zijn verpest met Stalinistische en/of communistische gedrochten van onpersoonlijke flats waaraan men nu pas een beetje onderhoud aan gaat plegen. Want onderhoud was ten tijde van het communisme een wel héél vies woord. Alles was grauw, ongeverfd, gebladderd en vies. Zo zijn er ook hele streken verpest door de ‘roofbouw’ van de zware industrie. Gedurende de commie-tijd werd men niet gehinderd door enig gevoel van verantwoordelijkheid ten aanzien van het milieu. Dát met alle schadelijke gevolgen van dien. Tot en met heden ten dage zijn de vergiftigde resultaten nog vaak zichtbaar.

 

De relatief kleine kust van Roemenië aan de Zwarte Zee is ook een geliefde binnenlandse toeristenbestemming. Maar begint zich toch steeds meer uit de markt te prijzen. Het was daar al duurder dan elders in het land. Maar nu zie je de Roemenen, althans die het kunnen betalen, eerder naar Turkije trekken dan naar de eigen kust. Simpel uit economische overwegingen. Het stukje, ja stukje, waar het aangenaam toeven is ligt ten zuiden van de enige Roemeense zeehaven Constanza. Het zijn slechts een vijftigtal kilometers tot aan de Bulgaarse grens wat een strandbezoek rechtvaardigt. Ten noorden van Constanza begint een natuurgebied tot de grens van de Oekraïne, vol met een vogelbestand wat uniek is te noemen in Europa. Het is tevens de delta waarin de Donau haar weg vindt naar de Zwarte Zee.

 

Wilt u nog zien hoe de boeren in vroegere tijden de oogsten binnenhaalden, het land bewerkten en alles nog met de hand en simpele gereedschappen zoals een eg, een echte ploeg en meer van dat soort zaken, ga dan naar het platteland van Roemenië. Alles is daar nog puur, u bent van harte welkom en als u de ‘helpende hand’ wilt toesteken, dan zit u geheid diezelfde avond nog aan de gemeenschappelijke eettafel waar ook de Roemeense wijn rijkelijk vloeit. Als gast of bezoeker sta je soms beschaamd hoe de Roemenen je, ondanks hun armoede, toch weten te ontvangen. Want ik ken eerlijk gezegd geen volk wat zo gastvrij is als de Roemenen. Letterlijk alle Europese landen heb ik bezocht op Moldavië na, wat overigens ook een Roemeens volk is. Maar nergens ben ik een dermate vriendelijkheid en gastvrijheid tegengekomen. De taal behoeft geen belemmering te zijn. De jongeren spreken al een aardig woordje over de grens. Geen Cyrillisch schrift maar het gewone ABC en de taal is afgeleid van het Latijn en veel Franse en Italiaanse woorden komt u dan ook in deze taal tegen. Als u een van deze talen een beetje machtig bent dan kunt u nog geen Roemeense krant lezen, maar u begrijpt wel waar het over gaat! Boekarest, de hoofdstad werd vroeger het Parijs van Oost-Europa genoemd. Langzaam maar zeker krijgt het deze sfeer weer terug. De triomfbogen, de bouw van de grote woonblokken doen erg aan Parijs denken, alsmede de grote boulevards. Jammer dat er nog relatief veel armoede is en ook daar ontkom je niet aan als je lekker op een terrasje wilt gaan eten.

 

 

 

Dambovita in Boekarest

 

 

Zo werden wij eens een keer geconfronteerd op een beschermd terras met enkele jongens die bloemen probeerden te verkopen. Nou, daar zat ik dus niet op te wachten. Maar de gezichten die keken naar mijn welgevulde dis, spraken boekdelen. Wijs geworden van vele andere bedelpraktijken die toch wat gemener en doortrapter waren vroeg ik de jongens of ze een van mijn broodjes wilden. Als je dat tafereeltje gezien had dan blijven je ogen niet meer droog en ik bestelde maar raak bij de kelner. Het kostte amper wat en die jongens hadden weer eens een maaltijd, die ze zeker in geen tijden gehad hadden en wie weet hoelang ze erop hadden moeten wachten, alvorens ze weer eens de buik vol kregen. Dit tafereeltje is niet van jaren en jaren geleden. Het is van anno 2005. Ja, Europa 2005! Kinderen die nog overnachten in riolen als bescherming in de winter tegen de kou, snuiven aan lijm om de hongergevoelens niet te merken en meer van dit soort zaken. Van harte hoop ik dat het deze landen, want in Moldavië daar schijnt het nog erger gesteld te zijn, spoedig mogen komen tot een acceptabele welstand.

 

Een grappig, nou ja grappig, incident wil ik u nog vertellen. Mijn vriendin struikelde in een pensionnetje waar we net wat gebruikt hadden over een drempel en viel languit met haar hoofd op een dorpel. Bloed alom, het gutste eruit. Voor ik het wist werd zij in iemand z’n autootje geladen en naar het plaatselijke ziekenhuis gebracht. Dit gebeurde in het stadje Tirgu Secuiesc. Gelukkig konden we in het ziekenhuis ons verstaanbaar maken. Maar wat een armoede in zo’n ziekenhuis. Het leek een tijdmachine waar ik inzat, 70 jaar terug in de tijd, minimaal! De eerste hulpkamer of wat ervoor doorging was werkelijk ongelooflijk. Roestige apparatuur en alles zag eruit zoals wij het kenden van ver voor de oorlog. Mijn vriendin bleek een flinke en grote snede te hebben in haar voorhoofd. Met diverse hechtingen werd zij geholpen en er werd een rol verband vastgenaaid op haar voorhoofd. Het zag er niet uit. Het duurde dan ook niet lang voordat die rol verband doordrenkt was met bloed, hetgeen het beeld er alleen maar gruwelijker op maakte. Zo heeft zij meer dan een week rond moeten lopen. Haar plezier van de vakantie was grotendeels voorbij. Want het is beslist geen pretje om zo ‘geschonden’ door iedereen te worden bekeken. Dat dan ook nog dikwijls tot grote hilariteit van menigeen. We waren al weer op de terugweg in Oostenrijk toen het verband er pas af mocht en de hechtingen eruit gingen. Ergens in een Oostenrijks stadje hebben we ons gemeld bij een huisartsenpraktijk. Deze huisarts heeft zelfs om een foto gevraagd om deze zeer ouderwetse maar overigens wel effectieve vorm van eerste hulp aan collega’s en dergelijke te laten zien. De Oostenrijkse arts had iets dergelijks in de gehele loopbaan nog nooit meegemaakt.

 

 

 

English Park Craiova

 

 

Maar wat mij het meeste deed verbazen was, toen ik van de gelegenheid gebruik maakte, terwijl mijn vriendin geholpen werd in dat Roemeense Ziekenhuis, om daar eens links en rechts een kijkje te nemen. Zó primitief, zó ouderwets, zó beperkt en dat in Europa én in een land wat binnenkort ook lid wordt van diezelfde ‘economische club’ als waar wij lid van zijn. Niet te vatten! Overigens de Roemeense artsen hebben wel degelijk de benodigde kennis in huis. Hun opleidingen zijn prima en zeker te vergelijken met die van ons. Alleen de faciliteiten die hún ter beschikking staan liggen duidelijk, overduidelijk, ver beneden het niveau van hetgeen wij gewend zijn. Dáárom hebben wij de gevraagde foto dan ook niet aan de Oostenrijkse arts gegeven. Wij vonden dat niet fair tegenover die Roemeense collega’s. Zij hadden tenslotte hun best gedaan en moesten ook maar ‘roeien met de riemen’ die hun ter beschikking stonden.

 

Tot besluit nog even wat algemene gegevens: U kunt het beste naar Roemenië per auto rijden. Per trein is ten eerste erg duur en zeker niet praktisch en ten tweede per vliegtuig is ook geen optie daar er nog geen goedkope chartervluchten zijn. Naar het buurland Bulgarije, in wezen nog ietsje verder verwijderd van ons, kost het slechts een fractie van wat u naar Roemenië zou moeten betalen. In een kleine drie dagen bereikt u elke uithoek en een auto is onontbeerlijk. Het openbaar vervoer in Roemenië is maar ‘zozo!’ U kunt dan ook tenminste nog wat (hulp)goederen meenemen voor de velen die u ongetwijfeld tegenkomt en die het ook echt nodig hebben.

 

 

 

Universiteit Craiova

 

 

Nog wat algemene gegevens: Roemenië heeft ongeveer 23 miljoen inwoners en is ruim 6 maal zo groot als Nederland. Het zuiden is laagland met lichte glooiingen, aflopend naar de Donau die grotendeels de grens met Bulgarije vormt. Het midden waar de woeste Karpaten gelegen zijn alsmede het noorden zijn bergachtig (tot ruim 2500 meter) en vrijwel nog ongecultiveerd en van een echte ‘woeste’ schoonheid. 87% van de bevolking is Roemeens-orthodox. Het aantal leden van Protestante en Evangelische gemeenschappen nemen in rap tempo toe. Het gemiddeld inkomen was in 2005 amper 1300 euro per hoofd van de bevolking per jaar!, dus niet per maand! Gelukkig gaat het economisch steeds beter en de wegen die voorheen in erbarmelijke staat waren, worden in rap tempo aangepast. In 2003 heb ik nog over 450 kilometer een hele lange dag gedaan, terwijl hetzelfde stuk in 2005 nog geen 5 uur heeft gekost. Dus er verandert veel. Wilt u het oude Roemenië nog zien dan raad ik u aan haast te maken. Over enkele jaren is het gelijk Tsjechië en is er veel authentieks verloren gegaan.

 

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home