Zwitserland

 

 

Een vreemder land als Zwitserland kun je je amper bedenken. Toegegeven, het is zeker een van de allermooiste landen, ja zelfs van de wereld. Wat betreft natuur dan wel te verstaan. Het heeft een infrastructuur ‘om een puntje aan te zuigen.’ Wat betreft veiligheid scoort het hoog, zelfs extreem hoog. Ook al zit u honderden meters hoog in een zweefbaan met een ‘gapend gat’ onder u van ongekende diepte. U zit er veiliger dan dat u het Damrak oversteekt op een zaterdagmiddag. Echt veel last van kleine criminaliteit zult u er amper tegenkomen. Lekker eten kunt u er ongetwijfeld, zeker in de Franstalige kantons en soms nog beter dan in Frankrijk. Met name de hotelvakscholen in Zwitserland hebben een zeer goede en hoge naam op te houden en zijn wereldwijd bekend.

 

 

 

Vierwaldstättersee

 

 

Ga echter niet naar Zwitserland voor een leuke, gezellige en sfeervolle vakantie. Daar is Zwitserland echt niet op ingesteld. Zwitsers gaan niet zo gemakkelijk met de ‘beentjes van vloer.’ Hun manier om toeristen te vermaken is hooguit van folkloristische aard. Echt een goed gesprek met een Zwitser voeren is ook onwaarschijnlijk, want dat ‘spraakgebrek’ van hen zult u echt nimmer leren. Ik heb er een heel seizoen gewerkt, nou ja gewerkt. Ik ben er met toeristen op stap geweest en heb ze rondgeleid. Helaas, leuke Zwitserse grapjes, neen, die kan ik u niet vertellen. Niet dat ik ze vergeten ben, want aan mijn geheugen mankeert (voorlopig) nog niks! Ze waren er gewoonweg niet! Die Zwitsers waren en zijn zo ‘bloedserieus’ en hebben in principe maar een passie en voor die passie, daar gaan ze helemaal voor. Dat hebben ze samen met de Amerikanen en dat is geld! Daar zijn Zwitsers ‘tuk’ op. Vraag aan een gemiddelde Zwitser met een IQ vér beneden de 80 wat 2 plus 3 is en hij zal u ‘stom’ aanstaren. Vraag je echter hoeveel 2 Franken en 3 Franken zijn. Ja! Dán bent u aan het goede adres. Prompt zal hij weten te vertellen dat dit 5 Franken zijn. Kijk, die Zwitser denkt in geld en aan alles wat geld oplevert. Zelfs de wetgeving is daar compleet op ingesteld. Denk maar aan de ‘vrijplaats’ die dictators en criminelen altijd gehad hebben bij de door de Zwitserse staat ‘geliefkoosde’ banken. Of het nou van uiterst rechts of van uiterst links kwam. ‘Geld is Geld’ (met hoofdletters!) en dat stinkt niet! Kun je van Zwitserse kaas niet zeggen, maar da’s een ander verhaal.

 

Een Zwitser die partij kiest in een conflict? “Ha ha.” De Zwitser is net als zijn regering. Hij zal er wellicht iets over zeggen, maar er vooral omheen praten. Het mocht eens belangen schaden. Zwitserland is dan ook hoegenaamd nergens lid van. Want dat schept consequenties nietwaar. Ergens lid van zijn? Dat kost contributie! Dus niet, van geen van beiden is de Zwitser echt gecharmeerd. Zelfs van de Verenigde Naties zijn de Zwitsers geen lidmaat. In 1986 heeft een volksreferendum nog beslist door duidelijk neen te stemmen tegen dat lidmaatschap. In 1920 waren ze overigens wel lid geworden van de toenmalige Volkerenbond, maar dat is duidelijk niet bevallen (wellicht was de contributie te hoog!).

 

 

 

Berg Dent Blanche 4357 meter hoog

 

 

Het kleine Zwitserland, in oppervlakte een fractie groter dan Nederland is verdeeld in 22 Kantons, soorten van provincies met verregaande zelfstandigheid. Daarnaast kent Zwitserland vier officiële talen. Het reeds eerder aangehaalde Zwitsers-Duits, een werkelijk onverstaanbaar Duitstalig dialect dat van dal tot dal ook nog wel eens verschilt en er zijn wat dalen tussen al die bergen! Dan het Zwitsers-Frans, dat klinkt voor een gemiddelde Fransman ook best een ‘eind buiten de deur.’ In het zuiden met name in het kanton Ticino, bij de mooie plaatsen Lugano en Locarno daar bezigt men een soort van Italiaans. In het grootste Kanton Graubünden wordt in sommige dalen ook nog het Retro-Romaans gesproken. Een oude en rechtstreeks op het Latijn terug te voeren taal. Met Engels kunt u alom terecht, niet dat men dat graag spreekt of men de toeristen ter wille zal zijn, ‘ben je gek.’ De financiële wereld kent Engels als voertaal dus … ! Als bij wijze van spreken morgen het Fries werd ingesteld als internationale voertaal in de financiële wereld dan waren de Zwitsers er als eerste bij om zich die taal eigen te maken. Op die manier zijn ze best flexibel. Kijk, dat ze trots zijn op hun prachtige land kan ik best billijken. Zelfs nog dat ze trots zijn op hun schitterende spoorwegen en vele kabelbanen en de precisie waarmee alles gaat en zeker de dienstregeling. Mag het alstublieft, als je een klein vermogen neer moet leggen voor een ‘simpel’ treinkaartje?

 

Ook bij het kopen van een skipas, dan vraag je jezelf af of een en ander niet eerst notarieel moet worden vastgelegd, gezien de hoogte van het bedrag. Vindt u het gek dat de Tsjechische, Poolse, Sloveense en zelfs Turkse pistes (wintersportbestemmingen) tegenwoordig zo in zijn bij de wintersporters? Geloof me, nog even en ze gaan ‘sneeuwballenbelasting’ heffen. Zouden ze toch iets van de Nederlanders geleerd hebben? Lijkt me ook iets typisch voor Gerrit Zalm, die heeft ook zo’n ‘zuinig Zwitsers mondje!’ en als die lacht doen z’n kaakspieren ook zichtbaar pijn, net als bij een Zwitser. Soms krijg je de indruk dat lachen ‘m geld kost en dat is natuurlijk nimmer de bedoeling! In het Vaticaan hebben ze ook niet voor niets een Zwitserse Garde. Die jongens bewaken die ‘offerblokken’ daar in de Sint-Pieter alsof het hun tweede natuur is!

 

 

 

Oude raadzaal – Zurich

 

 

Overigens die vier verschillende taalgroepen gaan best goed met elkaar om. Daar zijn geen ‘taalstrubbelingen’ zoals in landen waar men met meerdere talen opgezadeld zit, zoals België en Canada. Wat levert dat trouwens op zo’n taalstrijd? Nee, dat is niks voor de Zwitser. Neen, niks aan te verdienen. Misschien is er toch een uitzondering en hebben die Zwitsers toch ooit eens gelachen. Ze hadden als eerste het zogenaamde autobaanvignet uitgevonden. Een klein minuscuul stukje papier wat je elk jaar op je voorruit moet plakken als je door Zwitserland heen wilt rijden, of als je er je vakantie wilt doorbrengen. Ja, dan kan ik ook lachen. Toen nog 80 gulden voor iets wat net groter was dan een kinderpostzegel en denk nou niet dat je er onderuit kunt. Of dat je voorstelt van: “Ik neem alleen maar de Bundesbahnstrassen en dus geen autobanen.” Had je gedacht, moet je eens zien hoe ze je leiden met de verkeersborden. Mij is het nog nimmer gelukt om niet op de autosnelwegen terecht te komen. “Kassa! Herzlichen Dank, Grüzli miteinander gal!” Erg progressief zijn die ‘bergbewoners’ nou ook niet bepaald. Pas in 1989 en resp. in 1990 hebben de laatste twee (half)kantons het vrouwenkiesrecht ingevoerd. Ja, schiet me toch een grapje te binnen over de Zwitsers. “Dus pas op!” Maar … deze grap die is niet van de Zwitsers zelf afkomstig! “Waarom is het aantal echtscheidingen in Zwitserland het laagste van Europa?” Antwoord: “Wat dacht u van alimentatie betalen?” Dus niet!

 

Echte grote steden heeft Zwitserland niet. Alleen Zürich is een vrij grote plaats met tegen ‘n half miljoen inwoners aan. Nog kleiner overigens dan Den Haag of Rotterdam. De hoofdstad Bern, een best mooie én oude stad, haalt de 200.000 nog niet en dan blijven alleen nog Bazel, Lausanne en Genéve over met meer dan 100.000 inwoners. Het hele land telt slechts ruim 7 miljoen mensen. Verder telt Zwitserland tientallen vrij veel kleine stadjes die allen de indruk wekken groter te zijn dan in werkelijkheid het geval is. De vele meren zoals de Bodensee, het meer van Genéve, het Lac de Neuchâtel, de Vierwaldstättersee, de Züricher See, de Thuner See en het Lago Maggiore zijn zeer drukke toeristische trekpleisters en terecht! Vlakbij Luzern, wat een prachtige vroeg middeleeuwse stad is, ligt de Rütli-Wiese, pal aan de Vierwaldstättersee. Daar kunt u het eerste houten parlementsgebouw bewonderen en daar is ook de historische plaats, waar de Eedgenoten de onafhankelijkheid hebben uitgeroepen en dat al in 1291. In Zwitserland noemen ze dat de Rutlischwur. Hier maakten de eerste paar kantons zich onafhankelijk van Oostenrijk en steeds meer kantons volgden, totdat Zwitserland zijn huidige vorm en grootte verkreeg. Last van oorlogen hebben de Zwitsers eigenlijk nooit gehad. Alleen Napoleon heeft het gewaagd in 1798 Zwitserland te bezetten. Sindsdien is het Zwitserse leger dan ook uitstekend bewapend en nóg nemen de Zwitserse mannen na hun dienstplicht hun wapen mee naar huis. Niet om mee te showen of zo, neen maar als onderdeel van hun uitrusting voor in tijd van nood of oorlog. Sinds 1815 is Zwitserland geheel neutraal en heeft op die grond ook geen bezetter noch oorlog meer gekend. Ze hebben er hooguit aan verdiend en soms wel zo schandalig veel dat in 1998 de Zwitserse banken alsnog werden gedwongen door het internationaal recht om 1,25 miljard US-dollars uit te betalen aan de Holocaustslachtoffers.

 

 

 

Grossmünsterkerk – Zurich

 

 

Nog even iets over het leger. Dat behoort vreemd genoeg tot een der grootste van Europa. Ruim 400.000 man kunnen in enkele uren paraat staan. Niet alleen met tanks en rupswagens, maar ook paarden, skiërs en fietsen maken een onderdeel van de troepenmacht uit. Alle bruggen en tunnels zijn sinds het begin van de vorige eeuw met springladingen voorzien en kunnen in tijd van nood direct gebruikt worden om de eventuele vijand de pas af te snijden. Tot hun 42ste jaar kunnen de Zwitserse mannen nog opgeroepen worden voor herhaling of zelfs indien nodig voor actieve dienst. Een der mooiste routes in Zwitserland is de vierpassen-route, die brengt u over de Brünig, de Furka, de Grimsel en de Sint-Gotthardpas. Tijdens deze route ziet u een ‘maanlandschap,’ diepe dalen, gletsjers en bijzondere staaltjes van bouwkunst. Let wel, Zwitserland is een mooi land, heeft de toerist dan ook veel te bieden maar het is helaas erg duur en echt gezellig? Neen, of toch? Gezelligheid dát moet je samen maken, maar het gaat beslist niet van hen uit! Dat moet u dus echt zelf verwezenlijken, dan kan het dus toch nog een vooral leuke en prettige vakantie worden. O, ja en vooral geen paspoort of identiteitskaart vergeten. Zwitserse douaniers en ook politieagenten kennen echt ‘Kein Spasz!’

 

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home