Argentinië

 

 

Mijn allereerste ervaring in Argentinië was eigenlijk iets om je voor te schamen, neen, om je diep voor te schamen. Zelfs om je mond er maar eens voor te gaan spoelen. Ook werd me gewezen op het feit dat een of andere ‘heilige boven in de hemel’ alles noteert wat wij, ik, hier beneden deden of zeiden. Dat was namelijk het commentaar en de visie van een medepassagier, toen ik met enkele collega’s en ‘collegaatjes’ in de voorstadtrein zat, van Rio de la Plata naar het centrum van dé ‘Booming’ City van Argentinië en hoofdstad Buenos Aires.

 

 

 

Buenos Aires

 

 

We zaten als ‘uitgelaten’ schoolkinderen de ene mop na de andere te vertellen en de ene was nog schuiner en pittiger dan de andere. Tja, twee meiden en drie jonge mannen die eens de ‘bloemetjes’ gingen buiten zetten, in de stad der steden. Zo was het ons verteld en zo hadden we het gelezen in de prachtige folders en brochures van en over Buenos Aires. De trein deed er zo verdraaid lang over en stopte dermate veel dat het ons stierlijk begon te vervelen. De anderen in de trein verstonden ons toch niet, zeker niet dat oude krom lopende vrouwtje, geheel in het zwart gekleed met een groot kruisteken als hanger rond haar nek. Typisch een product van Spaanse origine en geheel verknocht aan haar kerk en haar geloof. Wat was de schrik groot toen zij na een mop of tien aangehoord te hebben, in vlekkeloos Nederlands mét een overduidelijk Brabants accent, ons vermanend toesprak! Nou dan sta je echt met je ‘mond vol tanden’ en ben je toch even ‘uit het veld geslagen.’ Niet dat wij haar religieus gemotiveerd betoog geloofden, verre van dat, maar we werden dus wel aanmerkelijk stiller én voorzichtiger in onze uitspraken. Dát verwacht je toch niet in een voorstadtrein ergens ver weg in Zuid-Amerika!

 

Zo had Argentinië nog meer onverwachte verrassingen voor ons in petto. Argentinië is een voetballand bij uitstek. Dat voetballen is haast een religieus gebeuren en iedereen pretendeert er verstand van te hebben. Zo waren wij ook op een middag verzeild geraakt in een of ander kroegje. Waar uiteraard, zoals in haast elke kroeg aldaar, de televisie aanstond en er werd gekeken. Zeker weten maar naar een … juist ja: voetbalwedstrijd. Ik had geen flauw benul welke wedstrijd het was en wie tegen wie speelde. Mijn collega Hennie maakte een of andere opmerking die gelijk gepareerd werd. Eveneens in vlekkeloos Nederlands uitgesproken waarbij gerefereerd werd naar de voetbalclub DOS uit Utrecht. Nu al jarenlang anders genaamd, maar zo stond die club toen dus nog bekend volgens kenners. Gepassioneerd en volledig geïnfecteerd door het Argentijnse voetbalvirus werd mijn collega even de ‘les gelezen’ hoe beter en hoe technischer de Argentijnen wel niet waren in dat edele spel. Nog gekker werd het toen we een andere keer een wat betere en duurdere nachtclub bezochten. Een tikkeltje louche, maar tóch heel netjes aan de buitenkant, waar alles kon en alles mocht. Veel zakenlieden in dure ‘gesneden’ kostuums. In wezen was de gelegenheid ietsjes te duur voor ons. Die sfeer die er heerste was zó apart en zo anders als wij gewend waren en daarbij ook wel een beetje politiek geladen. Dat kwam waarschijnlijk door een aantal hoge militaire figuren die meer dan duidelijk aanwezig waren en wilden zijn. Het leek net of er elk ogenblik iets spannends kon gaan gebeuren. Wellicht dat dit gevoel ons aan de stoelen vast deed blijven plakken. Toch onbewust op zoek naar avontuur en spanning?

 

Je had er zo wijlen Prins Bernhard neer kunnen zetten, die tussen twee onbetaalbare cognacs door, een paar afgedankte vliegtuigen zou gaan zitten verkwanselen aan bijvoorbeeld bijna gepensioneerde kolonels met wel wat politieke aspiraties. Ook in deze zaak hoorde we plotseling en zonder enige twijfel, een rasechte Nederlandse vloek uitgesproken worden. Dat geluid kwam overigens van achter de bar. Dit onmiskenbaar ‘Nederlands visitekaartje’ zou menig dominee van de E.O. de hoogste boom in hebben gejaagd. Kijk in landen als Canada of Australië kun je zoiets nog verwachten nietwaar? Hollanders genoeg. Maar in Argentinië? Ja, daar dus ook blijkbaar.

 

 

 

Casa Rosada – Buenos Aires

 

 

Toch bestaat het grootste gedeelte van de Argentijnse bevolking van de bijna 40 miljoen inwoners uit nazaten van Spaanse en Italiaanse immigranten. Indianen zijn er hoegenaamd niet te vinden. Ook zijn er aardig wat immigranten, of nazaten daarvan, uit Frankrijk en natuurlijk nog wat Duitsers die de ‘weg zijn kwijtgeraakt’ na de tweede wereldoorlog. Plus, naar het gebleken is ook een groepje Nederlanders, alhoewel die toch maar een hele kleine minderheid vormen. Trouwens, Nederlanders kom je overal ter wereld tegen. Ik ken geen land waar ik ze niet ontmoet heb.

 

Buenos Aires is de meest Europees aandoende stad die ik in Zuid-Amerika heb gezien. Samen met Montevideo in Uruguay en net zoals in de VS het geval is met Washington. Zo is Buenos Aires een apart district. Liggende in de gelijknamige en meest bevolkte provincie van het land. Van de 23 provincies inclusief het Federal District, telt de provincie én de stad Buenos Aires samen ruim 17 miljoen inwoners. In de stad met ruim 3 miljoen inwoners is het overigens voor toeristen goed toeven. Na de diepe economische terugval en depressie van enkele jaren terug is men er weer aardig bovenop gekomen. Getuige het feit dat de terrasjes en kroegjes weer vol zitten als vanouds. De stad is gelegen aan de Zilverrivier, de Rio de la Plata. Buenos Aires was in de gouden jaren 1880 tot 1920 een der rijkste steden ter wereld. Deze grandeur is eigenlijk nog steeds te proeven in het centrum van de stad. Ook proef je goed, als je in gesprek komt met oudere Argentijnen, een soort van heimwee naar de betere jaren van weleer. Vroeger had ik dat ook met oude Berlijners die een heimwee hadden naar de jaren twintig!

 

 

 

Het Congres – Buenos Aires

 

 

Alhoewel Argentinië in naam een voor 92% Rooms-katholiek land is blijkt de ontkerkelijking extreem groot. Nog geen 20% is praktiserend, maar hoe? Was het nou praktiserend of was het een vorm van folklore, toen ik die processie zag waar men zich liet ranselen op Goede Vrijdag? Net als in het Spaanse Sevilla zag je mensen met puntmutskappen op, die luguber aandeden en dan verder ontblote bovenlijven vol met striemen en dit soms tot bloedens toe.

 

Eerst even en paar algemene gegevens: Argentinië is een der weinige landen ter wereld die alle klimaatzones kent die er maar bestaan. Van het haast tropische noorden tot het poolklimaat op Vuurland toe in het diepe zuiden. In dat Vuurland daar wonen trouwens toch nog ruim 125.000 mensen. Onvoorstelbaar! Helaas ben ik niet zover kunnen komen. Ik was er trouwens niet op berekend ook, gezien het barre klimaat waar toch speciale kleding voor vereist is. Het uiterste zuiden van Argentinië, kent een desolaat en uiterst saai landschap. Wegen waar geen einde aan schijnt te komen en waar je in uren en uren geen levende ziel tegenkomt. Daar zijn toch nog nederzettingen. Argentinië is 67 maal zo groot als Nederland en bereikte in 1847: 1.000.000 inwoners. Tegen de bijna 40 miljoen van nu, een aardige sprong! Op 9 juli 1816 werd het onafhankelijk van Spanje en die dag viert men nog steeds uitbundig. Net als de 25e mei, de dag van de Revolutie en de 1e mei, de dag van de Constitutie. Ondanks het herstel na de grote economische klap van een paar jaar geleden leeft toch nog ruim 35% onder de armoedegrens en is het verschil van arm en rijk vrij groot. Maar met 42 televisiestations (alleen al in Buenos Aires) en 10 miljoen internetgebruikers, 144 luchthavens en een gemiddeld BNP van € 10.000,- per persoon (per jaar) gaat het weer de goede richting op.

 

 

 

Vuurland

 

 

Afgezien van de stedelijke gebieden en dan met name rond Buenos Aires en Rosario, de 2e stad van het land, is het zeker een uitdaging het tot de verbeelding sprekende Patagonië te bezoeken. Reizen in Argentinië is overigens vrij duur maar de tocht is het zeker waard. Woest uitziende chauffeurs van busjes en bussen soms zichtbaar bewapend, rijden je daar rond, alle regels en verordeningen negerend. Bovendien zie je een toch wel vrij eentonig en ongerept landschap aan je voorbij trekken. Een ding valt echt op: Leegheid, complete leegheid! Met daarbij een vreemde atmosfeer die ik echter niet kan beschrijven. Enerzijds enerverend maar ook iets … onheilspellends. Kortom ga het zelf ervaren! en u voelt het ongetwijfeld! Ik heb door streken van Canada en de VS gereden waar je in enkele uren geen levende ziel ontmoette. Hier kan het gebeuren dat men er zelfs dagen geen levende ziel tegenkomt. Patagonië beslaat meer dan een kwart van de oppervlakte van Argentinië, maar nog geen 3% van de bevolking woont hier (als voorbeeld: een gebied dat 18 maal Nederland beslaat met ongeveer net zoveel inwoners als Amsterdam!). Het is maar om een voorstelling te geven. Die paar mensen die er wonen zijn dan nog veelal ‘samengeklonterd’ in een paar stadjes.

 

Als je hier móet stoppen, wat regelmatig gebeurt, omdat je lichamelijke behoeftes nou eenmaal gewoon door blijven gaan en je ziet kilometers en kilometers geen levende ziel, je hoort bovendien ook werkelijk niets dan alleen de wind, dan geeft dat een vreemd en onwezenlijk gevoel. Tevens wetende, dat in het toch relatief niet zo verre Buenos Aires en dan met name in de volkswijken San Telmo en La Boca bij de haven en dicht tegen het centrum aan, dat het daar bruist van leven!  Met de ‘meeslepende’ muziek van tango nog in je oren. De wervelende shows in El Quanderi of in de Milongas, dat zijn danszalen waar je zelf kunt dansen en waar ook de ‘spetters er vanaf vliegen,’ dus met die herinnering nog op je netvliezen en je zet dát dan af tegen die ongelooflijke leegte en stilte in Patagonië, is dat een onbetaalbare ervaring!

 

 

 

Rosario

 

 

Argentinië, wat trouwens voor carnivoren een waar paradijs is, is niet compleet zonder een lofzang op de heerlijke en malse bife de lomo, een heerlijk dik stuk rundvlees. Als ik dik zeg, mag u niet denken aan een half pondje. We hebben het niet over de lege gaatjes in uw kiezen nietwaar? We praten dus over Argentijnse biefstukken en bieflappen! Dat is echt heel wat anders dan die kleine vleeshompjes bij ons in de supermarkt. Ik heb daar in een wegrestaurantje een paar kerels ooit eens zien zitten eten, dat was werkelijk ongelooflijk. Ze begonnen met de zogenaamde ‘mate,’ een oude Guarani-Indianen specialiteit. Iets met thee en veel suiker. Een heel ritueel wat je ook in de steden ziet, maar er zit veel meer in, onder andere carotine, ijzer en proteïne en ik weet al wat niet meer. Er wordt in ieder geval veel waarde én gezondheid aan toegeschreven. Maar toen? Toen kwamen de chorizo’s, heerlijke gekruide worstjes, doch in een hoeveelheid waar menige Nederlander al een volledige maaltijd aan zou hebben gehad. Daarna kwam de ‘empanade’ op tafel, een pasteigerecht met vlees, kip, kaas, tomaat en dit wordt dan veelal gebraden of gebakken. Stel bij die porties uzelf geen haute-cuisine voor. Argentijnen zijn positieve mensen. Die houden niet van half lege bordjes en zeker niet van bijna helemaal lege borden met een ‘frutseltje’ erop.

 

Tot dusver waren dat allemaal voorgerechten. Dan komt de reeds genoemde steak of bife de lomo, soms aangevuld met een portie lamsvlees ernaast! Dat men dan ondertussen ook nog een soort van karamelkoekjes eet, ach, dat moet u er maar bij nemen, dat doen zij ook! Voeg hierbij de nodige garnituur en eventueel een aardappel of nu ook gewoon patat frites en u heeft een échte Argentijnse maaltijd. Want ik noemde het wel ‘een grote biefstuk’ maar het gewicht had ik u nog niet verteld. “Ha ha,” mijn ladysteak was slechts een klein pondje! Ziet u het voor u als uw man verlekkert zijn steak bestelt? Na al die voorgerechten krijgt hij alsnog een halve koe op zijn bord! Dat moet allemaal samen zeker een heel kapitaaltje kosten denkt u, nietwaar? Nou, ik zal het u verraden. Alléén als u er een goede fles heerlijke Argentijnse wijn bij bestelt, dan, ja dán loopt u weleens de kans om omgerekend € 10,- te moeten betalen, inclusief wel te verstaan!

 

 

 

Nahuel Huapi Lake – Patagonië

 

 

Na een dergelijke maaltijd denken wij wellicht aan lekker slapen. Want dat is mijn ervaring na een dergelijke machtige ‘schranspartij.’ De Argentijn daarentegen gaat daarna uit in zijn geliefde wijk vol met cultuur, winkeltjes, markten, kroegjes en stalletjes. Hij komt dan vrijwel zeker wel in een gelegenheid terecht waar hij heerlijk kan dansen, wat kan drinken en dat hij dan ondertussen daarbij weer wat te eten bestelt moet u vooral niet verbazen. Ja, dat dansen ‘vreet’ calorieën nietwaar?

 

 

 

 

Berg Aconcagua – 6959 meter hoog

 

 

Een kant van Argentinië heb ik zelf helaas nooit gezien, de prachtige westkant. De zijde van de hoge Andes, met toppen die ver boven de 4-, 5- en 6-duizend meter reiken. De hoogste berg is de Aconcagua, die reikt maar liefst tot 6959 meter hoogte. Tegen de hellingen van de Andes, bij de stad Mendoza, vindt u ook de vermaarde wijnstreek van dit op zich schitterende en temperamentvolle land. Het is wel lang vliegen, zeker voor rokers, want je bent er dik 14 uur mee zoet. Maar de beloning is het meer dan waard! Adios Argentina!

 

 

Silvia Videler.

 

Oktober 2006

 

Home