De Belgische Borinage

 

Gelegen in de Waalse provincie Henegouwen. De hoofdstad van deze streek is Charleroi. Een ‘bijeengeraapte’ sliert van allerlei dorpen en kleine stadjes die nu samengesmolten zijn tot de grote gemeente Charleroi met ruim 200.000 inwoners. Maar daarmee is het ‘gezwel’ niet helemaal beschreven. Het gaat nog verder, als een ‘kwaadaardige kanker’ strekt deze industriële streek zich van Mons (Bergen) de hoofdstad van de provincie Henegouwen, tot ver voorbij Charleroi in het oosten. Wat nou precies de lelijkste plaats is daar verschillen de meningen over maar La Louvière ‘spant mijns inziens de kroon.’

 

 

 

La Louviére

 

 

Wellicht is het een leuke reisbestemming voor masochisten. Lijkt me leuk op een bijeenkomst van dit soort mensen een prijsvraagje organiseren. 1e prijs: een week naar de Belgische Borinage. 2e prijs: twee weken naar de Borinage en de 3e prijs: uiteraard drie weken naar diezelfde Borinage. Bij mijn weten is er geen enkele reisorganisatie, noch in Nederland, noch in België die naar deze trieste en armoedige streek reisjes organiseert. De troosteloze straten met aan elkaargeplakte huizen en huisjes doen je alle hoop vergaan als je gedoemd bent in deze contreien te moeten leven en werken. Werken? Er is amper werk. Vroeger en dan spreken we over ruim 50 jaar geleden was dit een tamelijk welvarende streek met veel mijnbouw en ijzerindustrie. Het gebied trok arbeiders aan uit verre streken waaronder vele toen uit Italië afkomstig waren. Bijna iedereen was gebonden aan de mijnen of de fabrieken en de enkeling die een beetje opleiding genoten had ging of weg uit de streek. Of hij werd een der directe medewerkers (vazallen) van de Franstalige superrijke bazen die allemaal een prachtig onderkomen hadden aan de zuidrand van Brussel en een leuk ‘optrekje’ in de Ardennen of anders zeker aan de Franse Riviëra.

 

Aanvankelijk had men nog wel grootste plannen en dan voornamelijk vanuit de hoek van de Waalse socialistische partij die hier jaren en jaren lang zijn grootste bolwerk had. Echter al deze plannen zijn verdwenen of zijn in de ‘doofpot’ geduwd. Zoals het megaproject van een metro voor Charleroi met een groots aansluitend tramnet. Een paar miezerige trammetjes zijn er nog van over die je voeren langs lege troosteloze fabrieken en arbeidershuisjes waarvan je je soms afvraagt of ze nou wel of niet bewoond zijn. Speciaal treurig en troosteloos is het daar op regenachtige dagen. Dan is het alom ‘kommer en kwel’ waarheen je je blik ook wendt. Dit gedeelte van het land België is dé bakermat van de Waalse groepering. Samen met Luik en omstreken die mijns inziens ook al niet gauw in aanmerking zal komen voor een onderscheiding wat betreft stedenschoon. In deze contreien zal men dan ook weinig tot geen mensen vinden die het Nederlands machtig zijn. Zeker niet in de laatste plaats de schuld van de bokkige Waalse regeringen maar ook van het slechte scholingsniveau.

 

 

 

Charleroi

 

 

De grootste werkgever of liever gezegd verzorger van uitkeringen is de O.C.M.W. De Belgische tegenhanger van onze sociale dienst. Dan te weten dat enkele kilometers oostelijker je aan de voet van de Ardennen staat bij de stad Namur (Namen). Wél een stad met toeristische aspiraties, denk bijvoorbeeld aan de beroemde citadel van deze stad. Aan de andere en westelijke kant bevindt zich Tournai (Doornik), een der oudste steden van België met een juweeltje van een marktplein. Daar zijn heel veel oude en historische zaken te bezichtigen. Veertig kilometer ten noorden van de Borinage komt de mooie ring van Brussel al in zicht. Met alle respect voor de mensen die er woonden, maar zelfs de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog hadden er weinig ‘goesting’ in dit gebied nou eens met de grond gelijk te maken. Een gezellig en leuk hotelletje ben ik er nog nooit tegengekomen. Als ik er als eens moest zijn heb ik altijd ruimschoots de tijd ingecalculeerd om weer op tijd in bewoonbare streken terecht te komen voor de overnachting. Het is met recht een der lelijkste ‘wratten’ van West-Europa en krijgt op die grond van mij een Negatief Reisadvies!

 

 

Silvia Videler.

 

September 2006

 

Home