BREDA-EN-ALLES-DAAROMHEEN

3. Het schooltje van Azizi (vervolg).

 

Nog wat aanvullingen, anekdotes en foto’s

 

 

 

Dar es Salaam

 

 

Zoals in het eerste deel al is vernoemd, kregen wij een rondleiding door de school. Achteraf gezien misschien niet eens zo uitzonderlijk die rondleiding. Ik vermoed dat de school, al dan niet via Azizi, wel meer westerse toeristen deze school in probeerde te lokken. Onder het ‘mom’ van een rondleiding, wat je op dat moment als heel apart ervaart en gewoon wat geld of goederen probeert ‘af te troggelen.’ Bij ontvangst door de adjunct-directrice kregen we een gastenboek onder de neus en werden er op gewezen dat een financiële gift welkom was. Daar kun je dan op zo'n moment niet meer onderuit. Die gift werd dan achter je naam genoteerd. Mijn 10 dollar stak schamel af tegen de bijdragen van waarschijnlijk meervermogende bezoekers die ons waren voorafgegaan. Die rondleiding door zijn dorp en de uitleg die Azizi gaf over die bezigheden met zeewierplantages en het weken van de kokosnootschalen om daar touw van te maken, waren wel zeer leuk en informatief. Op dat moment vroeg ik me al een paar dagen af wat ze toch deden met dat wier en met die ingegraven kokosnootschalen. Azizi ging met ons ook even langs het hutje van zijn oma.

 

 

 

Masaï-meisje

 

 

 

 

Tarangire Park

 

 

 

 

Lake Manyara

 

 

Die kuststrook aan de oostkant van Zanzibar was paradijselijk met van die hagelwitte ‘Bountiestranden,’ absoluut nog niet overlopen door toeristen. Wat aan andere kustgedeeltes wel het geval schijn te zijn. Om de pakweg 100 meter had je een Beach-resort. Wij hadden een tamelijk eenvoudig klein éénkamerhuisje. Iets verderop lag een luxe Zweeds resort. Ik vermoed dat ze daar mijn koud biertje vandaan hebben gehaald.

 

De andere anekdote is dat het Amani Centre, juist in de week dat wij er waren, het 10-jarig bestaan vierde. Dat was heel toevallig en wij kregen ongewild een hoofdrol bij de jubileumviering. Op de een of andere manier kijken Afrikanen nog steeds op tegen de blanken. Je maakt daar kennelijk indruk als je blanken tot je vrienden of kennissenkring mag rekenen. Zodoende werden wij bij alle feestelijkheden, in verband met het jubileum, pontificaal naar voren geschoven en op ereplaatsen gezet. Er was een plechtige H. Mis opgedragen door de bisschop van Morogoro. Een jubileummanifestatie in het stadion, waarbij wij niet allen op een ereplaats moest zitten, maar ik ook nog eens geheel onvoorbereid een microfoon onder mijn neus geduwd kreeg. Ik moest wat zeggen, maar ik wist niet wat. Dan nog het symposium in Mikese. Mikese was een soort van zorgboerderij, waar de gehandicapten leren middels landbouw in hun levensonderhoud proberen te voorzien. De landbouwopbrengst van Mikese kwam ten goede aan Amani of aan de ouders van gehandicapten.

 

 

 

 

Zanzibar (1)

 

 

 

 

Zanzibar (2)

 

 

 

 

Zanzibar (3)

 

 

In Mikese was dus een symposium en ik moest geheel tegen mijn wil aan de hoofdtafel onder een afdak van palmbladeren, waar de discussies plaatsvonden, plaatsnemen. Ik verstond er niks van, het ging grotendeels in het Swahili, met tussendoor een gebrekkige Engelse vertaling. Ik zat er voor ‘spek en bonen’ bij. Tot ergernis van mijn vrouw en dochter viel ik ook nog eens in slaap! Op de eerste dag van het jubileum was er een “Morning walk,” een soort van protestmars, waarbij opgekomen werd voor de rechten van gehandicapten. Die mars werd vroeg in de morgen om 8 uur al gehouden. De start was bij het Amani Centre en ging dwars door Morogoro, eerst door de sloppen en dan door het meer geciviliseerde gedeelte, om te eindigen in het stadion. Voorop liep een muziekkapel, nou muziekkapel, een stuk of 8 muzikanten die maar een deuntje konden. Ze droegen afgedankte uniformen van een Duits muziekkorps uit Essen, dat zag ik aan de emblemen. De uniformen pasten voor geen meter, ze waren of te groot of te klein. Er was een jongen bij waarbij de pet steeds over de ogen zakte (zie foto). Wij liepen zelf ook mee, achter de muziek aan met dat ene deuntje. Wat een schitterende ervaring, overal kwamen dansende en zingende mensen, vooral kinderen uit de hutjes en krotten en sloten achter ons aan. Toen we langs de markt kwamen waren er mensen die hun mandje met boodschappen op hun hoofd zetten en handenklappend aansloten. Dit was Afrika op zijn best. Toen we bij het stadion waren, was het een lange zingende en swingende sliert geworden. Alles ging mee het stadion in, om daar verder te feesten.

 

 

 

Schoolkinderen met Samoa’s

 

 

 

 

Jonge trommelaar met veel te grote pet

 

 

 

 

Masaï-jongens

 

 

Een ander verhaal is de Daladala. Dat is het transportmiddel in Dar es Salaam. Het zijn afgedankte personenbusjes, die wel volgens een vast patroon een route rijden, maar pas vertrekken als ze vol zijn. Wat heet vol?, ze proberen voortdurend het record, ‘hoeveel mensen gaan er in een busje’ te verbreken. Mariëlle had ons een rit in een Daladala willen besparen, maar ik wilde het een keer meemaken. Dus onze laatste dag in Dar es Salaam. Mariëlle wilde nog wat laten zien en we zouden er met de Daladala heen gaan. Dus wij werden ook opgestapeld in de bus. Er werd wel wat vreemd gekeken: blanken in de Daladala, dus wij werden ook wat ontzien. Bij ons kwamen ze dus niet op de schoot zitten, wat anders daar heel gewoon is. Maar het ergste was dat de bus naar een geheel andere bestemming reed, dan verwacht. Dus op het eindpunt moesten we er uit, maar wij wilden niet, want daar moesten we niet zijn. Mijn dochter begon de chauffeur in het Engels ‘uit te kafferen,’ omdat hij haar verkeerd had ingelicht, op een manier waarvan ik als vader schrok. We mochten gratis mee terug naar het startpunt bij ons hostel. Daar hebben we, na 1,5 uur voor niks in de Daladala rond te hebben gereden, maar een taxi genomen. Maar ik vond het prachtig die rondrit in die Daladala. Een authentieke ‘sightseeing’ door Dar es Salaam, langs sloppen, krotten en markten.

 

 

 

 

Kerkplein voor de kathedraal in Morogoro, na de jubileummis

 

 

 

 

Mijn vrouw en dochter Mariëlle tussen de Masaï

 

 

Dan is er nog het ‘Mizumi-verhaal.’ Mizumi betekent blanke. Vooral in Morogoro waren ze niet zo gewend aan Mizumi's of blanken. Als we er over straat liepen, vooral in de achterafsloppen, kwamen kinderen, maar ook wel volwassenen uit de krotten om ons na te roepen: “Mizumi, Mizumi.” Kan je het voorstellen, dat wij een donkere medemens op straat naroepen: “Zwarte, of Nikker.”

 

 

Ton Frijters.

 

Oktober 2006

 

 

 

Het schooltje van Azizi, deel 1

Een reisverslag over Tanzania

 

 

 

Home

 

 

 

 

 

 

 

 

BREDA-EN-ALLES-DAAROMHEEN