Bron: www.bndestem.nl

 

Sonja Prins heeft een zwaar en turbulent leven gehad

 

De vrouw die maar 96 werd

 

Door: Annelies Vlaanderen

 

 

 

(Foto: Kees Wittenbols – 26 april 2010)

 

 

Dichteres Sonja Prins (1912-2009) leefde de laatste decennia van haar leven teruggetrokken in Baarle-Nassau.

Zij had toen al een uiterst turbulent leven achter de rug.

Dat wordt beschreven in de zojuist verschenen biografie “De eeuw van Sonja Prins.”

 

 

 

Negenendertig jaar lang woonde er in de bossen van Baarle-Nassau een vrouw die een roerige levensgeschiedenis met zich meetorste. Dat deed zij in bijna totale anonimiteit. Slechts een handjevol mensen wist nog wie zij was en kwam haar zo nu en dan opzoeken in het kabouterachtige huisje dat zij de Boshut noemde. Negen-en-dertig jaar lang. Pas een paar dagen na haar dood, op 15 januari van dit jaar, kwam daar een einde aan. De vreemde mevrouw die daar aan de grens met België op 96-jarige leeftijd was overleden, zo eenzaam dat er zelfs geen begrafenis op volgde, dat was Sonja Prins. Weinigen zal die naam iets zeggen. Toch zal zij niet in de vergetelheid raken en dat is te danken aan de biografie die Volkskrant-journaliste Lidy Nicolasen aan haar heeft gewijd. De eeuw van Sonja Prins heet het boek, dat net is verschenen. Het heeft als ondertitel Burgerkind, revolutionair, kluizenaar.

 

Een vierde typering had niet misstaan, die van dichteres. Sonja Prins schreef van kindsbeen af gedichten en niet onverdienstelijk. Dat schrijven ging vanzelf, zei ze later, de zinnen kwamen tot haar en zelden hoefde ze iets te schrappen of te veranderen. Poëzie en politiek – ze was vooraanstaand lid van de CPN en geloofde in de “proletarische revolutie” – daarvoor leefde zij. Een combinatie daarvan, dat was Sonja Prins ten voeten uit. Haar kinderen kwamen pas op de derde plaats. Voor het moederschap was ze niet geschikt en toen ze na twee jaar gevangenschap terugkwam uit het concentratiekamp Ravensbrück, omschreef ze het lege gevoel toen ze hen terugzag als “een kloof die niet meer te dichten is.”

 

Sonja Prins heeft een zwaar en turbulent leven gehad, vol actie, armoede en ander leed, maar ook vol ideaaldrift en leeshonger. Als deze biografie één ding duidelijk maakt, dan is het wel de onmiskenbare macht en – in haar geval – de verwoestende kracht van erfelijke belasting. Zij was, veel meer nog dan haar broer Kolle, het product van haar ouders Ina en Api, twee hoogst eigenzinnige intellectuelen die niet met en niet zonder elkaar konden leven. Een groot deel van de biografie gaat over de tijd dat zij jong was en zij samen waren. In haar jeugd heeft zij zich aan niets en niemand kunnen hechten. Haar vader was een flierefluiter, een echte bohemien die het nergens lang uithield. De kinderen zijn om die reden niet alleen in Nederland vaak verhuisd, maar ook meegesleept naar Californië, Canada en Zwitserland. Haar moeder liet het allemaal gebeuren, niet in de laatste plaats uit een soort wrok jegens haar ‘bourgeoisie-verleden.’ Ze haatte haar achtergrond, maar toch net niet genoeg om niet haar hand op te houden als haar man weer eens platzak was. Aan haar moeder hechtte Sonja zich ook nooit helemaal. Die had op haar beurt een jeugd doorgebracht in een tamelijk liefdeloos nest. Je zou kunnen stellen dat het gebrek aan liefde en stabiliteit van Sonja geen sympathiek mens heeft gemaakt.

 

Dat is ook een beetje het nadeel dat aan deze biografie kleeft. Ongetwijfeld heeft Sonja Prins een interessant leven geleid en terecht heeft zij, net als haar ouders, een plaatsje verworven in de politieke en literaire annalen. Maar alle ontberingen, zelfs in het concentratiekamp, zouden veel meer medeleven opwekken als Sonja als een wat sympathiekere persoon naar voren was gekomen. Ze was eerder het tegenovergestelde: egocentrisch. Eigen schuld, denk je dan als ze zichzelf weer in de nesten werkt. Helaas is dat niet het geval. Haar ouders en de opvoeding waaraan ze hun kinderen blootstelden, zijn de hoofdschuldigen. Zij kopieerde hun gedrag en zadelde daar haar kinderen mee op. Een van hen, haar dochter Lissa, pleegde uiteindelijk zelfmoord.

 

De biografie van Nicolasen laat wel vragen achter. Sommige situaties zijn onderbelicht en met name de bijna veertig jaar in Baarle-Nassau (1970-2009) worden afgeraffeld in dertig bladzijden. Nicolasen schrijft dat Prins zélf al jaren bezig was om een autobiografie te schrijven. Haar hele huisje viel bijna om van de papieren herinneringen die ze hiervoor in de loop der tijd verzameld had. Jammer dat ze maar 96 is geworden. Kort voor haar dood heeft ze nog wel contact gehad met Paul de Ridder van uitgeverij de Papieren Tijger in Breda. Die gaat vanaf juni haar Verzameld Werk uitgeven. Dat wekt tóch verwachtingen. Lidy Nicolasen, De eeuw van Sonja Prins. Uitgeverij Bert Bakker, 287 blz., 19,95 euro.

 

 

Lees ook:

 

De verlaten boshut van een prins

 

 

Zie ook:

 

Baarle Nassau in beeld

 

www.upvideo.nl

 

 

Dit artikel kunt u ook lezen op de website van: www.webscene.nl (blogs)

 

25 april 2009

 

Home